Categoriearchief: Werk

Papier

Het was weer zover. Even na het eten komt de hele peristaltiek op gang. Met als gevolg die drang. Als je het druk hebt, onderdruk je de drang. De druk neemt toe, totdat de drang de druk verdrukt. Dat het net geen pijn gaat doen. Soms ga je echter nét iets té ver. Dan kruipt het terug. Dan is de drang weg. De druk ook. Maar resteert een onbehaaglijk gevoel. Dat je de trein gemist hebt. Dat je iets ongelooflijks stoms hebt gezegd. Dat je zojuist het allerbelangrijkste moment uit je leven ben misgelopen. Dat er camera’s op je gericht staan en dat je bekeken wordt door allemaal jijs die allemaal kritiek hebben op jou, hoe je het in Thor’s naam zover hebt kunnen laten komen. Maar helaas. Het is eenmaal. En dan is het wachten. Dingen doen ter afleiding. Totdat er een moment komt dat ie zich weer aandient. En dan ga je. Het denken komt dan op de tweede of derde plaats. Je gaat gewoon. Nog een keer dat gevoel van eenzaamheid, verlatenheid en totale misère is absoluut uit den boze. In de hoop dat je niemand tegenkomt op de gang snel je naar het toilet verderop. In je hoofd is een hoogintelligente machine bezig alles tot in perfectie uit te rekenen. De afstand van deur tot deur. De eventuele obstakels. De geluiden die ter controle dienen of de deur wel goed dicht klikt. De sluitspierspanning. Sensoren in de buik, benen en billen worden in de allerhoogste gevoeligheid uitgelezen. De personenscanner staat op Defcom 1: de aanwezigheid van anderen in de toiletruimte is volstrekt ontoelaatbaar, zelfs onomkeerbaar desastreus. Met rasse passen en volledig gecontroleerd en aangestuurd door de met wiskundige precisie werkende machine is daar eindelijk het porselein. Zitten maar. Even genieten van de stilte en nog één laatste scan en dan is daar de zwaartekracht. Als het moment perfect is getimed, de omgevingstemperatuur ideaal en de luchtdruk genormaliseerd zal alles gaan zoals gehoopt. Met de nadruk op gehoopt.

En zo ging het. Nu was deze ontlastingsplek in een gebouw waar een huismeester altijd de boel perfect beheert. Geen noodzaak om voor het toilet te betreden te checken of er genoeg papier is. Er zijn altijd 2 rollen. Altijd. Maar de huismeester was 2 weken met vakantie. En de plaatsvervangende was niet bekend met het poepgedrag van deze afdeling. Dus 2 lege plekken op de dubbelloops rolhouder. Daar sta je dan. Met je hoogintelligente denkmachine. En je personenscanner. En je reet vol met stront.

 

Bedrijf

 

Soms heb je het niet in de gaten. Dan fiets je door de straat. Je loopt alleen door een gang. Of door een drukke winkelstraat. Bij je thuis, waar dan ook. Op je werk, want ze kennen je toch? Op een feest. In een bar. Op de sportclub. Alleen in je auto. In de trein, als het niet al te druk is. Of juist als het heel druk is. Who's to blame? Weetjewel. 

Zo waren we eens met z'n tweeën in een Vito een heel eind aan het rijden. Op bedrijfsbezoek. In Wetter, Deutschland. Uurtje of drie rijden vanaf hier. Zeg vier, met hamburger-stop. En dan lul je een eind aan, over vanalles en nog wat. Zeker als je niet al te vaak bij elkaar in de auto zit kan er flink op los gebakkust worden. Uiteraard laat je er af en toe ook eentje vliegen. In het begin nog best hilarisch, er worden ramen tegen elkaar open gezet, de ventilator gaat vol open en als het echt erg is even op de vluchtstrook met de deuren wapperen. Maar op een gegeven moment hoor je ze niet meer. Dan vallen ze alleen op als de geur ernstig is. Dan gaat het van: heb jij er eentje gelaten? Nee?? Hoezo? Omdat het hier stinkt, man. Oh dat, ja die is van een paar minuten geleden ja. Dat was ik inderdaad. Ruik je die nu pas?? Djeeeez. Meestal leiden dat soort incidenten niet tot verdere conflicten dus dan kom je op je bestemming aan in dezelfde jolige stemming als je was vertrokken, helemaal rul geluld van elkaars sterke verhalen. En behoorlijk wasted, want 3-4 uur rijden is uiteindelijk simpelweg geen ruk aan. Dat doe je niet voor je lol.

Aldus goed ontvangen in Wetter door de heer des huizes, hier slapen jullie, zozo, bijna een heel huis voor onszelf. Doe maar ruig. Gaan jullie je maar opfrissen, en als jullie klaar zijn, zie ik jullie in mijn kantoor. Dat lieten we ons geen twee keer vertellen. Prachtig wit huisje aan de rivier met alles er op en er in. Dus even lekker douchen, nieuwe kleren aan en rap naar beneden, dorstig. Onze gastheer zat al te wachten. Of we een biertje lustten? Zeker, zeker. Dus hij liet voor ieder een half litertje Duits bier aanrukken. Kloek kloek, dat was zo weg met die dorstige woestijnwegen tussen Nederland en Duitsland. Doe nog maar één! 

Na enige van deze biertjes begon het spul (gemaakt van het zuiverste  Duitse bronwater!) zich een weg te banen naar het eindpunt van alle races. Man, wat een geborrel in mijn ingewanden. Er zou zometeen echt wel wat moeten beginnen te knetteren anders zou ik uit elkaar barsten als een rijpe ballon. Zeg. Maar niet in het bijzijn van deze vriendelijke bedrijfseigenaar zeker. Niet. Ik moest me op de een of andere manier zien af te zonderen. Maar onze gastheer wilde, hoewel het al 1900u was en de fabriek totaal verlaten, toch ons alvast de productiehal laten zien. Kom! 

En de druk werd maar groter en groter in mijn onderbuik. En toen nog even dit kijken en dat kijken. Man, ik dacht, dadelijk stijg ik op. Onze stemmen galmden in de totaal verlaten en stille fabriekshal. Zo schoon, zo netjes dat er nog geen stofje op de bovenste plank lag van het hoogste rek. En toen: yes, Yes, YES! Een hoek met toiletten! Ik verontschuldigde me en liep zo ingetogen mogelijk, nog nét niet fluitend op de wc af. Doe de deur open. Deur op slot en laat de aller-aller-maar-dan-ook-de-allerhardste scheet ever made by mankind. De Moeder Aller Scheten. Als Orson Welles in de buurt was geweest zou hij er een boek over schrijven, over hoe het allemaal zo ver heeft kunnen komen. Mijn oren suisden, mijn handen trilden, ik was leeg. Mijn buik voelde gelijk een stuk ontspannender aan, mijn ingewanden konden weer lachen en de lucht was totaal niet vervuild, het was simpelweg het product van Duits bronwater, geurloos en totaal ongevaarlijk. Nog even het toilet doorgespoeld, dat het nog wat leek en weer -nu wel echt- fluitend terug naar onze gastheer en mijn collega.

Deze laatste keek me een beetje meewarig aan, met een gespannen glimlachje en kleine zwarte pretoogjes. Nu wel. De Duitse meneer maakte zijn verhaal af en we werden verzocht om 20.30 bij het avondeten te verschijnen. Ondertussen konden wij ons terugtrekken en onszelf opfrissen in onze vertrekken. Aldaar aangekomen, onder het genot van een groot aantal kleinere ontluchtingen, barstte mijn collega in lachen uit. Die scheet man, die scheet! Die galmde de hele fabriek door!!!