Rolletje

Onlangs vond ik na het neuken een klein bruin friemeltje in bed. Het leek wel een soort van jonge larve: hoofdzakelijk wit met een bruine teint. Toen ik het oppakte en determineerde bleek het een opgerold stukje wc papier te zijn, een beetje zoals een Amerikaan een joint draait. Maar dan mini. Micro. Ik wist, dat zijn van die restanten wc papier die na het zorgvuldig vegen ontstaan. Hmm. En dat ligt hier in bed. Of van haar of van mij dus. Van haar lijkt me niet want die was perfect schoon zag ik net. Van mij dus.

Vooral bij het laatste aantal controlevegen ontstaan deze. Ligt ook een beetje aan het soort van papier, maar eigenlijk is mijn conclusie dat ze altijd wel ontstaan. Als je vervolgens niet nat naveegt heb je (of ik, in dit geval) kans dat deze papieren larven in je spleet blijven hangen, aan de vele haartjes.

Nu kun je zeggen dat je dan maar die haartjes moet scheren, zoals mijn zoon al voorstelde, maar dat is echt een 100% NoGo! Dat leidt tot hevige pijnen en enorm ongemak. Dagenlang.

Dus nee. Wat dan? Wat ook vreemd is, is dat dit iets is van de laatste 5-6 maanden of zo. Dat ik dit ken. Ik zie ze wel eens bij het douchen over de bodem van de witte badkuip wegzwemmen ook. Heel apart. Ik merk ook dat ik bij de laatste paar vegen, de zogezegde lichtbruine vegen, merk dat mijn anus naar dat papier hapt. En dat het veegvlak van het gevouwen wc papier stuk veegt op die happende anus. Met papieren larven als resultaat. Dat is dus echt iets nieuws. Moet ik het eens met mijn diëtiste over hebben.

Dat happen is soms dermate heftig dat in het routinematig vegen het twee- of drievoudige gevouwen veegpapier ineens losgetrokken wordt uit je veeghand. Aldus gebeurde. Ik kijk tussen mijn benen door en zag een 40 cm lang papier uit mijn reet hangen in wit met bruine teint. Hoe ging ik dat nou larven-vrij oplossen?

Papier

Het was weer zover. Even na het eten komt de hele peristaltiek op gang. Met als gevolg die drang. Als je het druk hebt, onderdruk je de drang. De druk neemt toe, totdat de drang de druk verdrukt. Dat het net geen pijn gaat doen. Soms ga je echter nét iets té ver. Dan kruipt het terug. Dan is de drang weg. De druk ook. Maar resteert een onbehaaglijk gevoel. Dat je de trein gemist hebt. Dat je iets ongelooflijks stoms hebt gezegd. Dat je zojuist het allerbelangrijkste moment uit je leven ben misgelopen. Dat er camera’s op je gericht staan en dat je bekeken wordt door allemaal jijs die allemaal kritiek hebben op jou, hoe je het in Thor’s naam zover hebt kunnen laten komen. Maar helaas. Het is eenmaal. En dan is het wachten. Dingen doen ter afleiding. Totdat er een moment komt dat ie zich weer aandient. En dan ga je. Het denken komt dan op de tweede of derde plaats. Je gaat gewoon. Nog een keer dat gevoel van eenzaamheid, verlatenheid en totale misère is absoluut uit den boze. In de hoop dat je niemand tegenkomt op de gang snel je naar het toilet verderop. In je hoofd is een hoogintelligente machine bezig alles tot in perfectie uit te rekenen. De afstand van deur tot deur. De eventuele obstakels. De geluiden die ter controle dienen of de deur wel goed dicht klikt. De sluitspierspanning. Sensoren in de buik, benen en billen worden in de allerhoogste gevoeligheid uitgelezen. De personenscanner staat op Defcom 1: de aanwezigheid van anderen in de toiletruimte is volstrekt ontoelaatbaar, zelfs onomkeerbaar desastreus. Met rasse passen en volledig gecontroleerd en aangestuurd door de met wiskundige precisie werkende machine is daar eindelijk het porselein. Zitten maar. Even genieten van de stilte en nog één laatste scan en dan is daar de zwaartekracht. Als het moment perfect is getimed, de omgevingstemperatuur ideaal en de luchtdruk genormaliseerd zal alles gaan zoals gehoopt. Met de nadruk op gehoopt.

En zo ging het. Nu was deze ontlastingsplek in een gebouw waar een huismeester altijd de boel perfect beheert. Geen noodzaak om voor het toilet te betreden te checken of er genoeg papier is. Er zijn altijd 2 rollen. Altijd. Maar de huismeester was 2 weken met vakantie. En de plaatsvervangende was niet bekend met het poepgedrag van deze afdeling. Dus 2 lege plekken op de dubbelloops rolhouder. Daar sta je dan. Met je hoogintelligente denkmachine. En je personenscanner. En je reet vol met stront.

 

The Matrix

20130529-135032.jpg

Het was zo’n periode. Dat je de financiële ruimte hebt om te kopen wat je wilt hebben. Heel luxe. Gek genoeg was ik al lang bankroet destijds, maar op de bank stond geld. Geniaal van die banken dat je een rekening hebt waar je schulden op staan en los daarvan een betaalrekening, waar je gewoon netjes in de plus staat. Heel misleidend. -30 miljoenmiljard Euro op je leningrekening en +435,34 Euro op je betaalrekening. Bastards. Doortrapte misselijke parasieterende wratpoliepen. Maar goed, ik draaf door. Ik was er zelf bij. En dit verhaal zou over schijt gaan, niet over die lui die op ons schijten. Aldus.

Aangezien ik nog al van het downloaden ben, maar ook van het waarderen van artiesten vond een deel van me het nodig om de volledige filmserie van The Matrix te bezitten. De ultieme genialiteit van het eerste deel en de beeldvulling van deel 2 en 3 plus een heleboel extra’s (Animatrix=hele dikke bam) moest en zou bij mij op de schouw komen te staan. Ik had al die geile meerdiskboxen al heel wat keertjes bij Mediamarkt en de toen nog bestaande Free Record Shop zien staan. Het trok aan me, het kietelde, maar ik kocht het toch maar niet. Net een zoon gekregen en dat kostte al genoeg, al die luiers, rompertjes en kadootjes voor de moeder.

Toch kwam op een gegeven moment de Goddelijke boodschap dat The Matrix Special Limited Ultimate Disc Set Edition Including Very Ugly Statue Of Neo in mijn bezit moest komen. Marktplaats dus. Want de winkels hadden em al lang niet meer. Zelfs schelden en vloeken hielp niet. Maar op Marktplaats is alles te koop. Iemand heeft altijd wel een keer zware sores waardoor ie zelfs genoodzaakt is in zijn vriendin uit te venten, zijn platencollectie in de uitverkoop te gooien of zijn zeer dierbare, nog in plastic en bruinen overdoos verpakte TMSLUDSEIVUSON te verkopen. Ik bellen, ja hoor, 99 Euro. Issie voor jou. Da’s niets te duur, want dezelfde prijs alsie bij de Mediamarkt stond destijds. Ik moest wel een stukkie rijden. En mijn zoon van een maand of 6 moest mee in de Maxi-Cosi voorin de Mercedes Vito.

Dat ging allemaal volgens plan. De man deed met tranen in de ogen de overdracht van de doos en keek beteuterd naar het smerige papiergeld wat hij er voor in de plaats kreeg. Hij kon weer een deel van de huur betalen, maar waarschijnlijk belandde hij na een maand of wat toch al op straat, gezien de chaos in zijn huis, wat uiteraard toch een afspiegeling is van iemands hoofd.

Ik, daarentegen, met de Maxi-Cosi in de ene en de bruine doos van Warner Brothers in mijn andere had een nog net niet uitgescheurde smile op de bakkus terwijl ik terugtoog naar de Bluesmobiel. Ik plaats de doos voorzichtig bij de bijrijder’s zetel op de grond en de Maxi-Cosi met mijn ietwat geïrriteerde zoon, want, veel te lang op pad, veel te koud en dan nog natuurlijk die ongemakkelijke Kut-Maxi-Cosi, op de bijrijder’s zetel. Vervolgens kijken we elkaar aan en zie ik hem persen om vervolgens een enorme landslide in zijn broek te horen schuiven. Omfg. Niet nu, niet nou dat ik 30 km van huis ben, met geen doekjes en natte waslapjes paraat, langs de kant van de weg, terwijl het amper 0 graden was. Wel nu dus. En het is toch je zoon. Je gaat hem niet 30 km in zijn eigen drab laten zitten. No fucking way dus. Dus, de boel ontdoen daar. Op die zitting van de Vito met de deur open, ik staande in die opening. En de boel schoonmaken. Verstand op nul. Behalve dan dat die kartonnen doos daar op die vloer me steeds knipogend aankeek. Dat verzachtte het wel. Want zacht was het, man man man, wat had hij zijn best gedaan. Niet netjes in de pamper, nee zo dun, dat alles onder zat, zijn benen, buik, uiteindelijk de Maxi-Cosi, de deurposten van de Vito, zijn handen, mijn wangen, de voorruit en één druppel volle mest van mijn dierbare zoon, gestempeld op die bruine doos, die nu voor altijd zijn poepmark draagt. The One.

Bedrijf

 

Soms heb je het niet in de gaten. Dan fiets je door de straat. Je loopt alleen door een gang. Of door een drukke winkelstraat. Bij je thuis, waar dan ook. Op je werk, want ze kennen je toch? Op een feest. In een bar. Op de sportclub. Alleen in je auto. In de trein, als het niet al te druk is. Of juist als het heel druk is. Who's to blame? Weetjewel. 

Zo waren we eens met z'n tweeën in een Vito een heel eind aan het rijden. Op bedrijfsbezoek. In Wetter, Deutschland. Uurtje of drie rijden vanaf hier. Zeg vier, met hamburger-stop. En dan lul je een eind aan, over vanalles en nog wat. Zeker als je niet al te vaak bij elkaar in de auto zit kan er flink op los gebakkust worden. Uiteraard laat je er af en toe ook eentje vliegen. In het begin nog best hilarisch, er worden ramen tegen elkaar open gezet, de ventilator gaat vol open en als het echt erg is even op de vluchtstrook met de deuren wapperen. Maar op een gegeven moment hoor je ze niet meer. Dan vallen ze alleen op als de geur ernstig is. Dan gaat het van: heb jij er eentje gelaten? Nee?? Hoezo? Omdat het hier stinkt, man. Oh dat, ja die is van een paar minuten geleden ja. Dat was ik inderdaad. Ruik je die nu pas?? Djeeeez. Meestal leiden dat soort incidenten niet tot verdere conflicten dus dan kom je op je bestemming aan in dezelfde jolige stemming als je was vertrokken, helemaal rul geluld van elkaars sterke verhalen. En behoorlijk wasted, want 3-4 uur rijden is uiteindelijk simpelweg geen ruk aan. Dat doe je niet voor je lol.

Aldus goed ontvangen in Wetter door de heer des huizes, hier slapen jullie, zozo, bijna een heel huis voor onszelf. Doe maar ruig. Gaan jullie je maar opfrissen, en als jullie klaar zijn, zie ik jullie in mijn kantoor. Dat lieten we ons geen twee keer vertellen. Prachtig wit huisje aan de rivier met alles er op en er in. Dus even lekker douchen, nieuwe kleren aan en rap naar beneden, dorstig. Onze gastheer zat al te wachten. Of we een biertje lustten? Zeker, zeker. Dus hij liet voor ieder een half litertje Duits bier aanrukken. Kloek kloek, dat was zo weg met die dorstige woestijnwegen tussen Nederland en Duitsland. Doe nog maar één! 

Na enige van deze biertjes begon het spul (gemaakt van het zuiverste  Duitse bronwater!) zich een weg te banen naar het eindpunt van alle races. Man, wat een geborrel in mijn ingewanden. Er zou zometeen echt wel wat moeten beginnen te knetteren anders zou ik uit elkaar barsten als een rijpe ballon. Zeg. Maar niet in het bijzijn van deze vriendelijke bedrijfseigenaar zeker. Niet. Ik moest me op de een of andere manier zien af te zonderen. Maar onze gastheer wilde, hoewel het al 1900u was en de fabriek totaal verlaten, toch ons alvast de productiehal laten zien. Kom! 

En de druk werd maar groter en groter in mijn onderbuik. En toen nog even dit kijken en dat kijken. Man, ik dacht, dadelijk stijg ik op. Onze stemmen galmden in de totaal verlaten en stille fabriekshal. Zo schoon, zo netjes dat er nog geen stofje op de bovenste plank lag van het hoogste rek. En toen: yes, Yes, YES! Een hoek met toiletten! Ik verontschuldigde me en liep zo ingetogen mogelijk, nog nét niet fluitend op de wc af. Doe de deur open. Deur op slot en laat de aller-aller-maar-dan-ook-de-allerhardste scheet ever made by mankind. De Moeder Aller Scheten. Als Orson Welles in de buurt was geweest zou hij er een boek over schrijven, over hoe het allemaal zo ver heeft kunnen komen. Mijn oren suisden, mijn handen trilden, ik was leeg. Mijn buik voelde gelijk een stuk ontspannender aan, mijn ingewanden konden weer lachen en de lucht was totaal niet vervuild, het was simpelweg het product van Duits bronwater, geurloos en totaal ongevaarlijk. Nog even het toilet doorgespoeld, dat het nog wat leek en weer -nu wel echt- fluitend terug naar onze gastheer en mijn collega.

Deze laatste keek me een beetje meewarig aan, met een gespannen glimlachje en kleine zwarte pretoogjes. Nu wel. De Duitse meneer maakte zijn verhaal af en we werden verzocht om 20.30 bij het avondeten te verschijnen. Ondertussen konden wij ons terugtrekken en onszelf opfrissen in onze vertrekken. Aldaar aangekomen, onder het genot van een groot aantal kleinere ontluchtingen, barstte mijn collega in lachen uit. Die scheet man, die scheet! Die galmde de hele fabriek door!!!

Vrouwvolk

We weten dat velen van ons desgevraagd 'eten' en 'koken' noemen als één van de favoriete hobby's. Ik stel me dan voor dat deze mensen op vrije dagen en weekenden de hele dag bezig zijn met kopen van ingrediënten, aanschaffen van keukenspullen, koken en dat dan uiteindelijk in een uurtje of wat opeten. En zo hun vrije dagen en avonden vullen. Kookvakanties, kookavonden, kookcursussen en kookprogramma's maken natuurlijk deel uit van zo'n kookhobbyleven. Dus geen saai drie maal daags eten maar bewust bezig zijn met eten bereiden en hoe je dat dan opeet, met welke etiquette en in welke combinaties. Die mensen moeten moddervet worden. Of juist heel dun. Met al dat gefocus op eten. Maar goed dat is een verhaal dat moeten anderen maar schrijven, dat is een beetje een vies praatje.

Gelukkig moet al dat eten er ook weer uit. Althans de afgewerkte versie daarvan. En dat gaat -bij de meesten van ons- geheel vanzelf. Mocht je dus 'eten' als hobby hebben dan is 'schijten' onlosmakelijk daarmee verbonden. Je herbeleeft het als het ware. Dus als je heerlijk getafeld hebt, met een perfect uitgekozen wijntje, geweldige gesprekken in een fijn gezelschap ga je dat later, wellicht de volgende dag nog eens in het kort herbeleven op de toiletpot. Het staat natuurlijk vast dat het een stuk minder gezellig is, maar als je ze zo één voor één er uit voelt floepen schieten de gezellige gedachten aan van alles en nog wat door je hoofd. Van alles en nog wat. Dus over die en die persoon, dat ze toch wel een heel open decolleté had, en over die man van haar, dat hij alleen maar over zijn werk zat te praten, en, o ja, je werk, je leven, je familie, het lepelrekje, de schoenmaat van de overbuurman, de prijs van de spinazie en noem maar op. En af en toe wat flashbacks over het voedsel van gisterenavond (wat aten we ook alweer?).

Heel anders is het, als het eten té dominant was voor je lichaam. Of in ieder geval voor je darmen en in de laatste maar niet mindere plaats, je sluitspier. Een avondje Thai eten, in de klasse 5 pepers op de menu-kaart kon wel eens een onaangename poepsessie opleveren. Ge-ga-ran-deerd dat je dan wél precies voor je ziet wat je gegeten hebt. En dat je dat en soortgelijke gerechten dan ook meteen op je mentale blacklist plaatst. Hoewel we tevens weten dat we het de volgende keer toch gewoon weer doen. Want het ziet er zo lekker uit. Het is zo gezellig. En waarom niet, joh.

Gisteren bekende een goede vriendin van me dat poepen één van haar grootste hobby's is. Geheel ongevraagd. En ik vermoed dat dit het topje van de ijsberg is. Ik ga een enquête houden en kom binnenkort terug met mijn bevindingen.

Boom van een kerel

Soms kom je op de gang iemand tegen. En dan gaat het over koetjes en kalfjes. De volgende keer kom je elkaar weer tegen. En dan wordt er al iets meer gelachen, dan gaat het over ditjes en datjes. En grapjes. En knipogen. Een voorzichtige schaterlach. Maar de keer daarop. Dan ken je elkaar inmiddels. En dan gaat het  op een gegeven moment over schijt en poep. Zo kende ik iemand, aldus de ‘mede-ganger’, een vriend van me, die was ruim twee meter. Die moest altijd naar beneden kijken. Die had niet zo’n geweldig regelmatige stoelgang. Je kon er geen klok op gelijk zetten. Een biologische klok waarvan de batterijen al lang op waren. Maar als hij dan moest, kwam er ook bijna 2 meter stront uit. En dan zei hij: ‘zo veel jongen, zo veel dat mijn ballen in de stront hangen.’ 

Ik geloof dat de mede-ganger wel tien minuten heeft staan lachen, met tranen in zijn ogen. Ik ben na 5 minuten afgehaakt. Want ik voelde een sterke aandrang.

Bloed, botten en poep

Smaken verschillen. Mensen over de hele wereld eten zowat alles wat het land, de zee of de lucht voortbrengt. Schepsels en allerlei gekleurd groeiend spul, nog net geen zand en rots. En dat wonderlijke lichaam van ons doet wat het moet doen: voedingsstoffen onttrekken en verwerken. Wat rest is kak. Het mooie is dat er wel wat verschillen zijn te onderscheiden -bruine, zwarte, dunne, dikke, met of zonder restanten en alle mix-varianten daartussen) maar dat het uiteindelijk toch neer komt op een uniforme hoop, zoveel is zeker. En het is ook al zo oud als dat de mens mens genoemd wordt. Stop er een noot in, een kilo biefstuk, een bak champignons, een bil van een bizon, een stuk spek, een bak spaghetti, zult, een appel, kilo zeewier, een portie sushi of een gegrild insect en kijk: enige tijd later volgt er drang en zonder al te veel moeite ligt ie daar te roken en te geuren. Het is daarbij niet zo dat de Chinees een meer geel getinte bolus legt en de Keniaan een zwarte, waar zelfs het omgevingslicht in zou verdwijnen als ware het een zwart gat (dat van hem overigens wel!). Ook is het niet zo dat een Peruaan te onderscheiden valt van de Texaan aan de hand van de RAL-kleur van zijn hoop. Evenmin kunnen we stellen dat het uitpoepsel van een Belg determinerende verschillen vertoont met het uitwerpsel van een Inuit. Waar ik maar mee wil zeggen dat poep ons allen verbindt, beste mensen, we poepen allen bruin of zwart, we bloeden rood en als we genoeg bloeden zien we ook nog dat ons aller botten wit zijn. Eén verbonden ras van rechtop lopende poepende en zogende wezens. Mooi hoor.

Veet

Wat velen niet weten is dat het vieze goedje Veet het perfecte spul is om een verstopt douche- of badputje mee te ontstoppen. De verstopte putjes zijn namelijk altijd veroorzaakt door haren waar zooi aan blijft hangen. En met zooi bedoel ik eigenlijk andere haren. Na verloop van tijd wordt het dan een kluwen haren opgeleukt met harde korsten oorsmeer, pantserpieten, nagelsplinters, een verdwaalde condoom en afgetopt met een grote hoeveelheid ingedikte navelpluisjes.

Maar, en dat blijft, de hele constructie staat en valt met de kluwen haren. Het is net als met een groot gebouw: als eenmaal een aantal centrale kolommen worden opgeblazen begeeft het hele gebouw het en zakt de boel ineen. Het implodeert. En dat is precies wat Veet doet met haren. De boel van binnenuit wegvreten tot de -normaliter ijzersterke- haren het opgeven en stuk voor stuk knappen. 

Dus, mocht u TOCH al (speciaal kopen voor ontstopping is natuurlijk ook mogelijk) een spuitflacon of tube Veet (roze of groen, maakt niet uit) hebben staan, spuit dan een kwakje van het Veet-bocht in het putje en laat het 10 minuten inwerken. Of, doe eens gek, een half of een heel uur, u hoeft immers niet bang te zijn dat het putje uitslag krijgt of anderszins aangetast wordt.

En dan, beste mensen, dan loopt de boel weer weg als vanouds. De thioglycolate zouten hebben de boel totaal weggebrand. Zodra het eerste water weer komt desintegreert de hele kluwen met al zijn weerzinwekkende bende tot een hoopje pulp, niet opgewassen tegen het stromende water en spoelt zo de oneindige diepten van het riool in.

Maar wat ik eigenlijk wilde schrijven was een versje, waar ik aan moest denken door recente belevenissen, en dat gaat als volgt.

Met een geVeete reet, kaal als een neet, klinkt elke nieuwe scheet als een natte verre verdronken kreet.

Dat u het weet.

Poes

Herstellende van 3 weken H1N1. Totaal uitgeput. Geen koorts. Geen spierpijn. Geen spuitkak. Geen geen-zin in friet en frikandellen. Zo gelukkig dat die shit achter de rug is. Kinderen naar bed. Vrouw van mijn rug. Gewoon even lekker languit liggen op de bank. En niks hoeven, niks moeten en niets doen. Het gewicht van de afstandsbediening is al bijna te veel. De vorm van de afstandsbediening wekt al ergenis op. En wat een kutzenders allemaal. Maar het maakt niet uit want I killed H1N1.

Op dat moment springt het poes op het bank en loopt via mijn torso richting het plekje wat ie wil uitkiezen om de rest van de avond te crashen. En op dat moment ziet mijn ogenpaar een drol aan zijn reet hangen. Een fucking bol van poep. Ik schiet overeind en sluit gelijk alle deuren, om te zorgen dat hij -inmiddels zwaar geschrokken van mijn reactie en schuilend onder een stoel voor mijn te verwachten toorn- niet ontvlucht en er dus voor zorgt dat die aangeplakte strontbal niet ergens op een onbekende plek losraakt, waar ik dan uiteraard met mijn binnencrocs op zou gaan staan.

Hem bij zijn nekvel pakkend en met een stuk page de -naar blijkt, gelukkig goed uitgeharde- kattekeutel (d=4 cm !!) delicaat verwijderd. En weg ermee. Stel je voor.

Zaterdagochtend

Soms, als de sterren goed staan, voel je je opperbest. Dan kun je de hele wereld aan. En dat wil je dan ook. Lekker er op uit en bier drinken. En uitsmijters voor je laten klaarmaken. En gelijk door naar meer bier, weer van een ander merk, of kleur, of rijping. En dan een grote schotel met borrelhapjes, en genieten van de zon, op het terras. En dat allemaal op een zaterdagochtend nog voor het 12 uur ‘s-middags is.

De vrijdagavond een leuk zuipavondje gedaan in het Paard Café. Met mijn maat en collega Rogier. Altijd supergezellig, eerste een paar uren bier zuipen, flink slap ouwehoeren tot we op een gegeven moment helemaal allebei een poelie-buik hebben en dan over over op de whiskey. Gewoon om een stuk effectiever bezig te zijn, want anders blijven we naar het toilet gaan om het overbodige nat te dumpen. En dat laatste is op zich wel leuk, kom je weer andere zatte stamgasten tegen, of leuke chicks op de trap die je dan alvast kunt beknipogen (belangrijk voorwerk!), maar je blijft aan het lopen, dus beter het wat sterkere spul. Dat is dan ook vast tarief, en dat gaat hard ook. Het zuipen gaat net zo snel als met dat bier, dus op een gegeven moment worden het dubbele whiskey’s. Het gevolg van dit alles laat zich raden: Rogier en ik die vrolijk lallend de avond vullen, inmiddels iedereen bij hun voornaam noemen maar weer geen succes bij de katjes. Dus buitengeveegd bij het café en naar huis. Rogier bleef slapen, dus dat scheelde weer een hoop gedoe.

Thuisgekomen nog een paar home whiskey’s erover heen want zo gaat dat, die avond KAN toch gewoon nog niet over zijn? En dan toch maar crashen. Gelukkig zijn die ouwe alcohol-buffers van ons nogal wat gewend dus er traden verder geen nachtelijke complicaties op…

De volgende ochtend weer redelijk op tijd wakker en zo frisch als een hoentje weer klaar om verder te gaan met feesten. Vriendinnetje had ook wel zin om mee te gaan dus hoppa op pad naar de stad. En ons daar eens flink laten verwennen met een stel gebakken eieren, heerlijk brood, verse jus en espresso en voorbijlopend vrouwelijke schoon. Jawel hoor, alsof we er ‘s-nachts niet tussenuit waren geweest! We konden weer. Een Wieckse Witte erover heen, en nog een en we waren weer helemaal in de mood.

Als dat geschrans en gebuffel leidde er al snel toe dat er zich enige drang begon te ontwikkelen. Het broodje super shoarma waarmee we de avond afsloten zal daar ook zeker debet aan geweest zijn. Maar dat maakt niet uit, we waren in een bekende tent en de toiletten daar waren in goeie handen en ik wist, dat poept bijna zo goed als het thuis poept. Gewoon even extra de bril schoonmaken en een flinke prop papier onderin om het spetteren tegen te gaan en ik zou me de koning te rijk voelen, zo een opluchting zou dat geven om deze welvaartsresten hier te kunnen dumpen. 

Ik melde me dus even af bij Rogier en m’n vriendin en ging op pad. Het was echt een super ochtend na een geweldige avond stappen, zo goed als ik me voelde. Al dat loslopende wild op straat, prachtig uitgelicht door de zon, dat heerlijk smakende bier, die geweldige voedzame en vullende maaltijd waarvan de nasmaak me nog steeds heerlijk speeksel bezorgde, het zorgde voor een heerlijk euforisch gevoel wat alleen maar beter zou kunnen worden door die enorme bolus mijn sluitspier te doen laten passeren. Oeh, dat zou orgastisch worden.

En aldus geschiedde. Ik ging zitten en liet het gebeuren, echt wonderlijk, een geweldig proces, ik kon er alleen maar naar kijken en voordat ik het wist was het over. Als ik een fluiter was had ik nu gefloten, zo soepeltjes ging het allemaal. Nu nog even wat papier opvouwen en vegen maar. Kijk eens, niet eens zo veel papier nodig. Iets van 5 pakjes, waarvan de laatste een controle-veeg. Ik draai me om, om nog eenmaal gedag te zeggen en druk op de doorspoelknop. Vervolgens draai ik me über-voldaan terug en dan zie ik het…

Een enorme poep-veeg op de deur.

"Was die daarnet ook al daar op die deur?" schoot er door mijn hoofd. Ik was immers op een zaterdagochtend in wat normaal gezien een druk café is op vrijdagavond. Wie weet wat er allemaal gebeurd is vannacht. En het personeel heeft nog geen puf of tijd gehad om de toiletten te doen.

Ik kijk naar rechts. Ook daar een poep-veeg. Op de tegelmuur.

Heel behoedzaam keek ik terug naar het midden en toen nog iets verder naar links.

Ook daar een poep-veeg.

Ik werd omringd door poepvlekken en vegen. 

Wat een nachtmerrie.

Ik kijk over mijn schouder, naar beneden.

Een hele grote, vieze, massieve plak poep schijnt zich op de onderzijde van mijn witte linnen zomerbloes te bevinden.

Op dat moment verandert mijn prachtige en perfecte zomerzaterdagochtend met drank, eten en vrouwen in een grote poep rollercoaster nachtmerrie met vieze strontmuren, strontkleding en kokhalsende reflex bij de gedachte dat ik me hieraan niet zou kunnen ontdoen zonder de boel te cleanen.

GodverdegodverDEGODVER!

WC papier afgerold van 20 meter lang en proppen gemaakt en vegen maar, van die deur. En van die tegels. En in de voegen tussen die tegels. Boenen. Vegen. Schuren. En ik had de deur van het slot gehaald en open gemaakt om af en toe een prop papier nat te gaan maken in de wasbak van het toilet. En verder vegen, als een bezetene. Gadverdamme wat is poep toch hardnekkige rotzooi en zeker van die plakkerige shoarma/whiskey/bier poep. Wat een ellende.

Zo sta ik zijwaarts gebukt om de deur een laatste veegvrije beurt te geven, trekt ineens iemand die deur open. De deur was immers van het slot. Staat daar de kok van het café. Wat die man moet hebben aanschouwd zal werkelijk stof zijn om vele feestjes op te leuken tot in de verre toekomst, zelfs als hij in het verzorgingstehuis tijdens het eten de gemoederen bezig gaat houden.

Daar staat een jongen van middelbare leeftijd met een wit linnen hemd aan, wat aan de achteronderzijde helemaal onder een poepachtige bruine substantie zit (later weet hij: poep) voorovergebukt met een grote prop wc papier in zijn handen, met een poepachtige waas daaroverheen, in een wc hokje waarvan zowel de linker- als de rechtermuur onder de poepvegen zit en waar een putlucht hangt om misselijk van te worden. Die jongen staat mij aan te kijken of ie een naakte Sinterklaas ziet.

Bam, de kok gooit de deur dicht en roept nog sorry en verdwijnt uit het gehoorveld.

Toen ik uiteindelijk zelf uit de WC verlost was en naar de tafel liep waar Rogier en m’n vriendin ernstig bezorgd zaten te wachten, zei ik onmiddelijk: "We gaan NU naar huis." En wenste verder geen vragen. Ik ging -achteruit lopend- naar de kassa en voldeed de schuld en begaf mij -wederom achteruit lopend- naar de uitgang, gevolgd door de vragende blikken van mijn partners. Die -na een heftige doch dwingende knik van mijn hoofd- volgden richting buiten.

Waar ik al die tijd gebleven was? En waarom ik zo raar deed? En waarom we nu ineens weggingen? Het was toch zo gezellig? Op de vraag of ik iets van doen had met die kok die ineens proestend van het lachen uit het toilet kwam antwoordde ik ook even helemaal niets.